De rendieren van de kerstman heten:
- Dasher
- Dancer
- Prancer
- Vixen
- Comet
- Cupid
- Donner
- Blitzen
- Rudolph
De namen van de eerste acht rendieren zijn gebaseerd op het gedicht “A Visit from St. Nicholas” (1823) van Clement Clarke Moore. Het negende rendier, Rudolph, werd geïntroduceerd in het boek “Rudolph the Red-Nosed Reindeer” (1939) van Robert L. May.
De namen van de rendieren hebben vaak een associatie met de winter of de kerst. Zo betekent “Dasher” “stormwind”, “Dancer” “danser”, “Prancer” “springer”, “Vixen” “feeks”, “Comet” “comet”, “Cupid” “cupido”, “Donner” “donder” en “Blitzen” “bliksem”.
Rudolph is het meest bekende rendier van de kerstman. Hij heeft een rode neus die als een lampje fungeert om de slee van de kerstman door de mist te leiden.