Tot 1932 heette het IJsselmeer de Zuiderzee. De Zuiderzee was een zeearm van de Noordzee die zich uitstrekte van de Waddenzee tot aan het Ketelmeer. Het was een belangrijk gebied voor de visserij en de scheepvaart.
In 1932 werd de Afsluitdijk voltooid, waardoor de Zuiderzee werd afgesloten van de Noordzee. Het afgesloten deel van de Zuiderzee kreeg de naam IJsselmeer, naar de rivier de IJssel die erin uitmondt.
De naamsverandering van de Zuiderzee naar het IJsselmeer was een symbolische daad. Het was een teken dat Nederland de strijd tegen het water had gewonnen en dat het land veiliger was geworden.