De oppervlakte is de totale grootte van een vlak. Je kunt de oppervlakte van een figuur berekenen door de lengte en de breedte met elkaar te vermenigvuldigen.
Voorbeeld:
Een kamer is 5 meter lang en 3 meter breed. De oppervlakte van de kamer is dus 5 x 3 = 15 vierkante meter.
Formule:
Oppervlakte = lengte x breedte
Eenheden:
De oppervlakte wordt meestal uitgedrukt in vierkante meters (m²). Andere veelgebruikte eenheden zijn vierkante centimeters (cm²) en vierkante millimeter (mm²).
Soorten figuren:
De oppervlakte van verschillende soorten figuren wordt als volgt berekend:
- Rechthoek: lengte x breedte
- Vierkant: lengte x lengte
- Ronde cirkel: π x r²
- Ellipse: π x (a² + b²)/2
- Driehoek: (1/2) x basis x hoogte
Tips:
- Zorg ervoor dat je de lengte en de breedte in dezelfde eenheden meet.
- Als je een figuren met meerdere delen hebt, kun je de oppervlakte van elk deel afzonderlijk berekenen en de resultaten dan optellen.
Ik hoop dat dit helpt!