De traditionele manier om een Sinterklaasgedicht te beginnen is met een aanhef. Deze aanhef kan een algemene aanhef zijn, zoals “Beste [naam]”, of een specifieke aanhef, zoals “Aan [naam], die altijd zo lief is”.
Een andere manier om een Sinterklaasgedicht te beginnen is met een korte inleiding. Deze inleiding kan bijvoorbeeld een beschrijving zijn van de ontvanger, of van de situatie waarin het gedicht zich afspeelt.
Hier zijn een paar voorbeelden van hoe je een Sinterklaasgedicht kunt beginnen:
- Algemene aanhef:
Beste [naam],
Ik ben de Sint, En ik kom hier even binnen, Om je een gedichtje te brengen, Op deze mooie Sinterklaasdag.
- Specifieke aanhef:
Aan [naam],
Die altijd zo lief is, En ook nog eens heel slim, Ik heb iets voor je meegebracht, Dat je vast heel leuk vindt.
- Inleiding:
In mijn pak zit het vol met cadeautjes, Voor alle lieve kinderen, En ik heb ook een gedichtje voor jou, Dat ik speciaal voor je heb geschreven.
Uiteindelijk is de beste manier om een Sinterklaasgedicht te beginnen, om te kiezen wat het beste bij de ontvanger en de situatie past.
Hier zijn nog een paar tips voor het schrijven van een Sinterklaasgedicht:
- Gebruik rijm. Rijm maakt een gedicht leuker om te lezen en te horen.
- Wees origineel. Probeer niet gewoon een gedicht te schrijven dat je al ergens anders hebt gehoord.
- Wees creatief. Laat je fantasie de vrije loop en bedenk iets leuks en grappigs.
Veel plezier met het schrijven van je Sinterklaasgedichten!