Antwoord 1
Hij loopt te leuren met een woordenboek. Hij probeert het te verkopen aan mensen die geïnteresseerd zijn in taal. Hij loopt door de straten, langs de winkels en markten. Hij stopt mensen en vraagt of ze geïnteresseerd zijn in een woordenboek. Hij vertelt ze over de voordelen van een woordenboek, zoals dat je er nieuwe woorden mee kunt leren en dat het je kan helpen bij je studie of werk.
Antwoord 2
Hij loopt te leuren met een woordenboek. Hij is een zwerver die probeert wat geld te verdienen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij loopt door de straten en biedt het woordenboek te koop aan. Hij hoopt dat iemand het zal kopen, zodat hij een maaltijd kan kopen of een dak boven zijn hoofd kan vinden.
Antwoord 3
Hij loopt te leuren met een woordenboek. Hij is een leraar die probeert een nieuwe manier te vinden om zijn leerlingen te interesseren voor taal. Hij loopt door de gangen van de school en biedt het woordenboek te koop aan. Hij vertelt de leerlingen dat ze het woordenboek kunnen gebruiken om nieuwe woorden te leren, woordspelletjes te spelen of verhalen te schrijven.
Antwoord 4
Hij loopt te leuren met een woordenboek. Hij is een bibliothecaris die probeert meer mensen naar de bibliotheek te lokken. Hij loopt door de stad en biedt het woordenboek te koop aan. Hij vertelt de mensen dat ze het woordenboek gratis kunnen gebruiken in de bibliotheek.
Antwoord 5
Hij loopt te leuren met een woordenboek. Hij is een activist die probeert mensen bewust te maken van de importance van taal. Hij loopt door de straten en biedt het woordenboek te koop aan. Hij vertelt de mensen dat taal een krachtig instrument is dat kan worden gebruikt om te veranderen.
Antwoord 6
Hij loopt te leuren met een woordenboek. Hij is een toerist die een souvenir wil kopen. Hij loopt door de stad en biedt het woordenboek te koop aan. Hij denkt dat het een mooi aandenken zal zijn aan zijn reis.
Dit zijn slechts enkele mogelijke verklaringen voor de zin “Hij loopt te leuren met een woordenboek.” De exacte betekenis hangt af van de context waarin de zin wordt gebruikt.