Bodemprocedures vinden plaats bij de rechtbank. In Nederland zijn er verschillende rechtbanken, afhankelijk van het rechtsgebied en de hoogte van het geschil. Voor bodemprocedures in het civiele recht zijn de volgende rechtbanken bevoegd:
- De kantonrechter, voor geschillen met een waarde tot € 25.000,-
- De rechtbank, voor geschillen met een waarde vanaf € 25.000,-
Bodemprocedures in het bestuursrecht vinden plaats bij de rechtbank van het arrondissement waarin de overheidsinstantie die wordt aangesproken is gevestigd.
De bodemprocedure wordt ingeleid door een dagvaarding of een verzoekschrift. De dagvaarding is een officieel document waarmee de eiser de verweerder vraagt om zich te verantwoorden voor de vordering die de eiser instelt. Het verzoekschrift is een officieel document waarmee de verzoeker de rechter vraagt om een bepaalde beslissing te nemen.
De bodemprocedure bestaat uit een aantal fasen:
- De aanvangsfase: In deze fase wordt de zaak ingeleid door de dagvaarding of het verzoekschrift.
- De onderzoeksfase: In deze fase verzamelen partijen bewijs om hun zaak te onderbouwen.
- De pleitfase: In deze fase leggen partijen hun standpunten aan de rechter voor.
- De beslissingsfase: In deze fase doet de rechter uitspraak in de zaak.
De uitspraak van de rechter in een bodemprocedure is bindend voor beide partijen.