Gevlieg en de dwaze praat erover
In de lucht, hoog boven de wereld, Vliegt een dwaas rond. Hij praat en praat, En luistert niet naar anderen.
Hij praat over zichzelf, Over zijn eigen daden en gedachten. Hij praat over anderen, Over hun fouten en tekortkomingen.
Hij praat over de wereld, Over hoe hij denkt dat het zou moeten zijn. Hij praat over de toekomst, Over wat hij denkt dat zal gebeuren.
De dwaas praat en praat, En niemand luistert. Ze weten dat hij niets te zeggen heeft, Dat hij gewoon dwaas is.
Maar de dwaas praat toch door, Onverschillig voor wat anderen denken. Hij praat totdat hij moe wordt, En dan vliegt hij weg.
De dwaas is een symbool voor alle mensen Die praten zonder te luisteren. Ze zijn dwaas, Omdat ze denken dat ze alles weten.
Maar de wereld is groter dan ze denken, En er is nog veel te leren. Als ze zouden luisteren, Zouden ze veel wijzer worden.
Interpretatie
Dit gedicht is een allegorie voor de dwaasheid van mensen die veel praten zonder te luisteren. De dwaas in het gedicht is iemand die alleen maar over zichzelf en zijn eigen mening praat. Hij luistert niet naar anderen, en hij is niet geïnteresseerd in wat zij te zeggen hebben.
De dwaas is een symbool voor alle mensen die dit doen. Ze zijn dwaas, omdat ze denken dat ze alles weten. Maar de wereld is groter dan ze denken, en er is nog veel te leren. Als ze zouden luisteren, zouden ze veel wijzer worden.
Het gedicht kan ook worden geïnterpreteerd als een kritiek op de samenleving. In onze samenleving wordt er vaak meer waarde gehecht aan praten dan aan luisteren. Mensen die veel praten worden vaak gezien als intelligent en succesvol. Maar het gedicht suggereert dat dit niet altijd het geval is. Soms zijn mensen die veel praten juist de dwazen.
Het gedicht is een waarschuwing voor de gevaren van dwaasheid. Als we niet leren luisteren, zullen we nooit echt wijs worden.