Gerard Spruit (Rotterdam, 12 januari 1922 – Avereest, 12 december 1989) was een Nederlandse seriemoordenaar en -verkrachter. Hij werd bekend als “de Donald Duck-colporteur”.
Spruit werd geboren in Rotterdam en groeide op in een arm gezin. Hij had een moeilijke jeugd en werd al op jonge leeftijd seksueel misbruikt. Na de middelbare school werkte hij als tijdschriftencolporteur. In ruil voor Donald Ducks, snoep of geld speelde hij in de jaren zestig naar eigen zeggen seksuele spelletjes met heel veel jongetjes.
In de jaren zeventig begon Spruit met het vermoorden van jonge jongens. Zijn eerste slachtoffer was de 15-jarige Bastiaan Bloemena, die hij in 1976 in Amsterdam doodsloeg. Spruit verkrachtte Bloemena en wurgde hem vervolgens met een riem.
Spruit vermoordde in totaal acht jongens, tussen de 11 en 15 jaar oud. Hij koos zijn slachtoffers uit onder zijn klanten, die hij vaak ontmoette in Amsterdam-Zuid. Spruit verkrachtte zijn slachtoffers vaak, en vermoordde ze daarna met verschillende methoden, zoals wurging, steniging of verstikking.
Spruit werd in 1984 gearresteerd na een tip van een getuige. Hij werd veroordeeld tot levenslang. Spruit overleed in 1989 in de gevangenis aan een hartaanval.
De moorden van Gerard Spruit schokten Nederland in de jaren zeventig en tachtig. De zaak leidde tot een discussie over kindermisbruik en verkrachting. Ook werd er aandacht gevraagd voor de problematiek van seksueel misbruik in de jeugdzorg.
De zaak van Gerard Spruit is nog steeds een van de meest beruchte misdaadzaken in de Nederlandse geschiedenis.