De Geheime Kamer is een geheime ruimte op Zweinsteins Hogeschool voor Hekserij en Hocus-Pocus. Het werd gebouwd door Zalazar Zwadderich, een van de vier oprichters van de school. Zwadderich was een racist en geloofde dat alleen pure tovenaars en heksen de school zouden mogen bijwonen. De Geheime Kamer werd verborgen om een monster te bewaren dat alleen tot leven kon komen als het bloed van een Dreuzel werd vergoten.
In de tweede Harry Potter-film, Harry Potter en de Geheime Kamer, wordt de Geheime Kamer geopend. Het monster, een basilisk, begint Dreuzelkinderen aan te vallen. Harry Potter, Ron Wemel en Hermelien Griffel onderzoeken de zaak en ontdekken dat de basilisk wordt bestuurd door Ginny Wemel, een vriendin van Harry. Ginny is bezeten door de geest van Tom Riddle, een jonge Zwadderich-student die de school jaren eerder verliet.
Harry confronteert Riddle en verslaat het monster. Ginny wordt gered en de Geheime Kamer wordt gesloten.
Hier zijn enkele details over de Geheime Kamer:
- De Geheime Kamer is verborgen in een holte onder de trappen in de Grote Zaal.
- De toegang tot de kamer is verborgen achter een muurschildering van een basilisk.
- Het monster in de kamer is een basilisk, een gigantische slang die giftige adem kan uitademen.
- De basilisk kan alleen tot leven komen als het bloed van een Dreuzel wordt vergoten.
- De Geheime Kamer werd geopend door Ginny Wemel, die bezeten was door de geest van Tom Riddle.
De Geheime Kamer is een belangrijke locatie in de Harry Potter-serie. Het is een symbool van het kwaad dat Zweinstein bedreigt en van de strijd tussen goed en kwaad.