Vier woorden van vier letters die “gebouw” betekenen in het Nederlands zijn:
- Flat is een gebouw met meerdere appartementen. Een flatgebouw is vaak hoog en heeft meerdere verdiepingen. Flats zijn vaak bedoeld voor wonen, maar ze kunnen ook worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals kantoorruimte of winkels.
- Huis is een gebouw waarin mensen wonen. Een huis kan van verschillende materialen zijn gemaakt, zoals hout, steen of beton. Huizen kunnen van verschillende groottes zijn, van kleine appartementen tot grote villa’s.
- Kerk is een gebouw waarin religieuze diensten worden gehouden. Kerken zijn vaak grote, indrukwekkende gebouwen met hoge torens. Ze zijn vaak gebouwd in een specifieke architectuurstijl, zoals gotiek of romaanse.
- Pand is een algemeen woord voor een gebouw. Een pand kan een huis, een flat, een kantoor, een winkel of een ander gebouw zijn. Pand is een veelzijdig woord dat in veel verschillende contexten kan worden gebruikt.
De woorden flat, huis en kerk hebben allemaal een specifieke betekenis. Het woord pand is daarentegen een algemener woord. Het kan worden gebruikt om elk gebouw te beschrijven, ongeacht het doel of de grootte.