De gebiedende wijs van het werkwoord “stoten” is “stoot”. Dit is de stam van het werkwoord, zonder de persoonsvorm.
Voorbeelden:
- Enkelvoud:
- Stoot de bal naar mij!
- Stoot de deur open!
- Stoot hem niet aan!
- Meervoud:
- Stoot de ballen naar mij!
- Stoten de deuren open!
- Stoten jullie hem niet aan!
In de gebiedende wijs is er geen onderwerp nodig. Het onderwerp is impliciet. In het eerste voorbeeld is het onderwerp “jij”, in het tweede voorbeeld is het onderwerp “ik” en in het derde voorbeeld is het onderwerp “jullie”.
Er zijn ook enkele uitzonderingen op deze regel. Bijvoorbeeld, het werkwoord “zijn” krijgt in de gebiedende wijs de vorm “wees”.
Voorbeeld:
- Wees stil!
Dit is omdat het werkwoord “zijn” ook een zelfstandig naamwoord is. In de gebiedende wijs wordt het zelfstandig naamwoord “zijn” vervangen door het werkwoord “wees”.