De Friese tegenhanger van de Groningse wierde is de terp. Terpen zijn kunstmatige heuvels die werden opgeworpen door de vroegere bewoners van Friesland en Groningen als bescherming tegen het water. Ze werden gebouwd door het afgraven van veen en klei en deze op een heuvel te stapelen. Terpen zijn vaak rond of ovaal van vorm en kunnen wel tot 10 meter hoog zijn.
De Friese terpen zijn vaak groter dan de Groningse wierden. Dit komt doordat de Friezen in een lager gelegen gebied woonden, waardoor er meer veen en klei nodig was om een beschermingswal op te werpen. Ook waren de Friese terpen vaak bewoond door meer mensen, waardoor er meer ruimte nodig was.
Terpen waren niet alleen een vorm van bescherming tegen het water, maar ook een centrale plek voor het dorpsleven. Ze dienden als woonplaats, werkplaats en begraafplaats. Op de top van de terp stond vaak een kerk of een andere belangrijke gebouw.
In Friesland zijn nog ongeveer 200 terpen bewaard gebleven. Ze zijn een belangrijk onderdeel van het Friese landschap en erfgoed.
De Friese tegenhanger van de Groningse wierde is dus de terp. Terpen zijn kunstmatige heuvels die werden opgeworpen door de vroegere bewoners van Friesland en Groningen als bescherming tegen het water. Ze zijn vaak groter dan de Groningse wierden en dienden niet alleen als bescherming, maar ook als centrale plek voor het dorpsleven.