De Friese tegenhanger van de Groninger wierden zijn de terpen. Terpen zijn kunstmatige heuvels die zijn opgeworpen om de bewoners te beschermen tegen overstromingen. Ze zijn meestal gemaakt van zand, klei en veen. Terpen komen voor in het hele kustgebied van Friesland, maar ze zijn het meest talrijk in het noorden van de provincie.
Terpen zijn al eeuwenlang bewoond. De oudste terpen dateren uit de Bronstijd, maar ze zijn nog steeds in gebruik. Veel terpen zijn nu bewoond door boeren, maar er zijn ook enkele terpen die zijn omgebouwd tot musea of vakantiehuizen.
De terpen zijn een belangrijk onderdeel van de Friese cultuur en geschiedenis. Ze zijn een herinnering aan de strijd van de Friezen tegen het water.
Hier zijn enkele voorbeelden van Friese terpen:
-
Bergum: De terp van Bergum is de grootste terp van Friesland. Hij is 30 meter hoog en heeft een diameter van 250 meter.
-
Arum: De terp van Arum is een van de best bewaarde terpen van Friesland. Hij is 25 meter hoog en heeft een diameter van 200 meter.
-
Alde Leie: De terp van Alde Leie is een van de oudste terpen van Friesland. Hij dateert uit de Bronstijd.