Er is één bezittelijk voornaamwoord in het Frans dat uit drie letters bestaat, namelijk “mon”. Dit voornaamwoord wordt gebruikt voor het bezit van een persoon in de eerste persoon enkelvoud. Het wordt altijd gevolgd door een zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld:
- Mon livre est sur la table. (Mijn boek ligt op de tafel.)
- Mon chien est noir. (Mijn hond is zwart.)
- Mon père est médecin. (Mijn vader is dokter.)
De andere bezittelijke voornaamwoorden in het Frans zijn langer. Ze bestaan uit twee of vier letters.
Voorbeeld:
- son (zijn/haar)
- ton (jouw)
- notre (ons)
- votre (jullie)
- leur (hun)
De bezittelijke voornaamwoorden in het Frans worden altijd voor het zelfstandig naamwoord geplaatst.