Een vreemde kant van de haven (4)
De volgende ochtend werd ik wakker door het geluid van golven die tegen de kust klotsten. Ik stapte uit bed en ging naar het raam. De zon was net opgekomen en de lucht was helder en blauw. De haven lag er vredig bij, met de schepen die rustig dobberden op het water.
Ik besloot een wandeling te maken langs de haven. De zon voelde warm aan op mijn huid en de wind was zacht. Ik genoot van het uitzicht op de zee en de stad.
Na een tijdje kwam ik bij een deel van de haven dat ik nog niet eerder had gezien. Het was een klein, verlaten stukje, omringd door hoge muren. De muren waren gemaakt van oud, verroest ijzer en ze waren bedekt met graffiti.
Ik ging naar binnen en keek om me heen. Het was er stil en donker. De grond was bedekt met afval en er stonden oude, vervallen gebouwen.
Ik voelde me een beetje ongemakkelijk. Het was alsof ik in een andere wereld was beland.
Ik liep verder en kwam bij een groot, open terrein. In het midden van het terrein stond een vreemde machine. De machine was gemaakt van metalen buizen en staven en hij had een groot, rond oog.
Ik ging dichterbij en keek de machine aan. Het oog was gemaakt van een donker, glasachtig materiaal en het gloeide in het zonlicht.
Ik was verbaasd. Ik had nog nooit zoiets gezien.
Ik wilde meer weten over de machine. Ik liep er omheen en probeerde te zien hoe hij werkte.
Maar de machine was ingewikkeld en ik kon er niets van begrijpen.
Ik gaf het op en ging verder.
Ik kwam bij een ander gebouw. Het gebouw was gemaakt van beton en het had een grote, metalen deur.
Ik ging naar de deur en probeerde hem open te doen. Maar de deur was op slot.
Ik keek door het raam van het gebouw. Het was donker binnen en ik kon niets zien.
Ik was nieuwsgierig, maar ik durfde niet naar binnen te gaan.
Ik besloot om terug te keren naar de stad.
Ik liep terug langs de haven en kwam bij de ingang.
Ik keek nog een keer om me heen, naar het vreemde stukje haven.
Ik beloofde mezelf dat ik er snel weer terug zou komen.
Ik wilde meer weten over de machine en het gebouw.
Ik wilde weten wat er verborgen was in de vreemde kant van de haven.