Een gunst verlenen 6
In de zesde vers van Psalm 147, spreekt de psalmist over de manier waarop God gunsten verleent aan degenen die Hem vrezen en in Hem vertrouwen. Hij zegt dat God “de HEER betoont Zijn welbehagen aan hen, die need’rig naar Hem vragen, Hem vrezen, Zijne hulp verbeiden, en door Zijn hand zich laten leiden; die, hoe het ook moog’ tegenlopen, gestadig op Zijn goedheid hopen.”
Dit vers kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Een mogelijke interpretatie is dat God gunsten verleent aan degenen die Hem oprecht zoeken en Hem vertrouwen om hun noden te voorzien. Een andere interpretatie is dat God gunsten verleent aan degenen die bereid zijn om hun leven aan Hem te geven en Zijn wil te volgen.
In de context van de psalm als geheel, is de meest waarschijnlijke interpretatie dat God gunsten verleent aan degenen die Hem vrezen en in Hem vertrouwen. Dit komt omdat de psalmist in de vorige verzen al heeft benadrukt dat God groot en machtig is. Hij is degene die de hemel en de aarde heeft geschapen, en Hij heeft de macht om alles te doen wat Hij wil.
Dus, als God gunsten verleent aan degenen die Hem vrezen en in Hem vertrouwen, is dat een teken van Zijn goedheid en liefde voor hen. Het is een manier waarop Hij laat zien dat Hij om hen geeft en dat Hij wil dat ze gelukkig zijn.
Enkele specifieke voorbeelden van hoe God gunsten kan verlenen aan degenen die Hem vrezen en in Hem vertrouwen, zijn:
- Hij kan ze voorzien van materiële behoeften, zoals voedsel, kleding en onderdak.
- Hij kan ze bescherming bieden tegen kwaad.
- Hij kan ze geven wat ze nodig hebben om hun doelen te bereiken.
- Hij kan hen vrede en vreugde geven.
Natuurlijk is het niet altijd duidelijk waarom God bepaalde mensen gunsten verleent en andere niet. Soms lijkt het alsof God gunsten verleent aan mensen die het niet verdienen, terwijl Hij mensen die het wel verdienen, tegenhoudt. Maar we moeten ons ervan bewust zijn dat God altijd gerechtvaardigd is in Zijn handelingen. Hij weet wat het beste is voor ons, zelfs als wij het niet begrijpen.
Als we God vrezen en in Hem vertrouwen, kunnen we erop vertrouwen dat Hij ons zal zegenen met Zijn gunsten. We hoeven niet perfect te zijn om Zijn gunsten te ontvangen. We hoeven alleen maar oprecht naar Hem te zoeken en Hem te vertrouwen.