Het luchtje dat in sommige parfums wordt gebruikt, is een geurstof die een bepaalde geur geeft aan het parfum. Deze geurstof kan afkomstig zijn uit een natuurlijke bron, zoals een bloem of plant, of uit een synthetische bron.
De meest voorkomende geurstoffen in parfums zijn:
- Bloemen: rozen, jasmijn, lelietjes-van-dalen, lavendel, etc.
- Fruit: citrusvruchten, perzik, kersen, etc.
- Groenten: salie, basilicum, munt, etc.
- Kruiden: kaneel, kruidnagel, peper, etc.
- Hout: cederhout, sandelhout, vetiver, etc.
- Muskus: een dierlijke geurstof die een warm en sensueel gevoel geeft.
- Aldehyden: een synthetische geurstof die een frisse en bloemige geur geeft.
De geurstoffen worden in verschillende combinaties gebruikt om een bepaalde geur te creëren. De geurnoten van een parfum worden grofweg verdeeld in drie groepen:
- Topnoten: deze geurnoten zijn de eerste die je ruikt wanneer je een parfum aanbrengt. Ze zijn vaak fris en fruitig.
- Hartnoten: deze geurnoten komen naar voren na ongeveer 30 minuten. Ze zijn vaak bloemig of kruidig.
- Basisnoten: deze geurnoten zijn de laatste die je ruikt. Ze zijn vaak houtachtig of muskusachtig en geven het parfum een langdurige geur.
Het luchtje dat in sommige parfums wordt gebruikt, kan dus een van deze geurstoffen zijn. Het kan ook een combinatie van geurstoffen zijn. De specifieke geur van het luchtje hangt af van de combinatie van geurstoffen die wordt gebruikt.