Het insect dat Guido Gezelle inspireerde tot een gedicht is de watervlo. In het gedicht “Het Schrijverke” beschrijft Gezelle hoe hij de watervlo aan het werk ziet op het wateroppervlak. Hij is gefascineerd door de manier waarop de watervlo zich voortbeweegt en zijn weg vindt, zonder armen of benen en zonder ogen.
In het gedicht zegt Gezelle:
Gij leeft en gij roert en gij loopt zoo snel, Al zie ‘k u noch arrem noch been; Gij wendt en gij weet uwen weg zoo wel, Al zie ‘k u geen ooge, geen één.
Gezelle ziet in de watervlo een voorbeeld van de wonderen van de natuur. Hij is onder de indruk van het feit dat een zo klein en onbeduidend dier toch zo’n complexe vaardigheid kan beheersen als het lopen op water.
Het gedicht “Het Schrijverke” is een van de meest bekende gedichten van Guido Gezelle. Het is een prachtig voorbeeld van zijn liefde voor de natuur en zijn vermogen om schoonheid te zien in het kleinste.
Naast het gedicht “Het Schrijverke” schreef Gezelle ook nog een aantal andere gedichten over insecten. Zo schreef hij een gedicht over de mug, een gedicht over de bij en een gedicht over de koekoek. In al deze gedichten toont Gezelle zijn grote bewondering voor de wonderen van de natuur.