Boerderijdieren grazen graag in het bos, waar ze vers gras en kruiden kunnen vinden. In het bos is het ook koeler dan in de open velden, wat voor boerderijdieren belangrijk is om af te koelen op warme dagen.
Boerderijdieren grazen in het bos vaak bij een bouwkundig vlak, zoals een hek of een muur. Dit biedt hen bescherming tegen roofdieren. Als een roofdier het bos binnenkomt, kunnen de boerderijdieren zich achter het bouwkundig vlak verschuilen.
In het bos zijn boerderijdieren ook minder kwetsbaar voor ziekten. Dit komt omdat het bos een natuurlijke habitat is voor veel wilde dieren. Deze wilde dieren helpen om de populatie van ziekteverwekkers onder controle te houden.
Boerderijdieren die in het bos grazen, zijn vaak gezonder en productiever dan boerderijdieren die in de open velden grazen. Dit komt omdat ze in het bos toegang hebben tot vers voedsel, koele temperaturen en bescherming tegen roofdieren.