Het woord ‘datum’ heeft in het Nederlands meerdere betekenissen en toepassingen. Allereerst verwijst het naar een specifieke dag op de kalender, zoals 12 januari 2021. Zowel ‘datums’ als ‘data’ worden geaccepteerd als de juiste meervoudsvorm in deze context. Ondanks deze flexibiliteit in meervoudsvormen, is het belangrijk om op te merken dat in de context van ‘gegevens’, enkel ‘data’ wordt beschouwd als correct.
Het woord ‘data’ wordt gebruikt in het Nederlands
Enkelvoud | Meervoud |
---|---|
Datum | Datums of Data |
Dit komt omdat ‘data’ in ons computertijdperk de toegevoegde betekenis heeft gekregen van gegevens. Dus, terwijl ‘datum’ enkelvoudig is en verwijst naar “één stuk informatie” of “één resultaat”, zou het gebruik van ‘data’ moeten verwijzen naar meerdere stukken informatie. Echter, deze regels zijn wellicht meer relevant wanneer voor een academisch publiek wordt geschreven, met name in de wetenschappen. In alledaagse taal kan ‘data’ zowel in enkelvoud als in meervoud worden gebruikt.
Samenvattend, hoewel beide woorden, datums en data, correct zijn bij het benoemen van meer dan één datum, wordt ‘data’ alleen gebruikt om naar meerdere stukken informatie of gegevens te verwijzen.