Chanoeka is een joods feest dat acht dagen duurt. Het wordt gevierd in de maand Kislev, die in de joodse kalender ongeveer samenvalt met november-december in de gregoriaanse kalender.
Chanoeka wordt ook wel het feest van de lichtjes genoemd. Het herdenkt de herinwijding van de Tweede Tempel in Jeruzalem in 164 v.Chr., na de verovering door de Seleuciden. De Seleuciden hadden de tempel verwoest en het joodse geloof onderdrukt. Een groep joodse strijders, de Maccabeeën, wist de tempel te bevrijden en te herinwijden.
Tijdens Chanoeka wordt er elke avond een kaars aangestoken in een speciale menora, een kandelaar met negen armen. De eerste dag wordt er één kaars aangestoken, de tweede dag twee, en zo verder. Op de laatste dag, de negende dag van Chanoeka, zijn er dus negen kaarsen aangestoken.
Chanoeka is een tijd van vreugde en feest. Het is een tijd om stil te staan bij de overwinning van het goede over het kwade en de herleving van het joodse geloof.
Hier zijn enkele van de tradities die tijdens Chanoeka worden gevierd:
- Het aansteken van de menora: Dit is de belangrijkste traditie van Chanoeka. Elke avond wordt er een kaars aangestoken in de menora. De menora wordt vaak in de huiskamer geplaatst, zodat iedereen er van kan genieten.
- Het eten van oliehoudende voedsel: Dit is een herinnering aan het verhaal van Chanoeka, waarin een klein beetje olie acht dagen lang brandde. Traditionele chanoeka-gerechten zijn onder andere latkes (gefrituurde aardappelpannenkoeken) en sufganiyot (gefrituurde donuts).
- Het spelen met dreidels: Dreidels zijn vierkante houten radjes met letters op de kanten. Kinderen spelen met dreidels tijdens Chanoeka. De letters op de kanten staan voor de woorden “een wonder gebeurde hier”.
Chanoeka is een belangrijke feestdag voor joden over de hele wereld. Het is een tijd van vreugde, feest en bezinning.