Bij de verbranding in een cel ontstaan er twee stoffen: koolstofdioxide (CO2) en water (H2O). De verbrandingsreactie is een scheikundige reactie waarbij een brandstof, in dit geval glucose, wordt afgebroken in kleinere moleculen. Om deze reactie te laten plaatsvinden is zuurstof (O2) nodig.
De verbrandingsreactie in een cel kan worden weergegeven door de volgende formule:
C6H12O6 + 6O2 → 6CO2 + 6H2O + energie
In deze reactie wordt glucose, een organische stof, afgebroken tot koolstofdioxide en water. Hierbij komt ook energie vrij, die de cel kan gebruiken voor allerlei processen, zoals het uitvoeren van arbeid, het opbouwen van nieuwe stoffen en het transport van stoffen.
Koolstofdioxide wordt uitgescheiden door de longen, terwijl water wordt uitgescheiden via de urine, de ontlasting en de huid.
De verbranding in een cel is een essentieel proces voor het leven. Het levert de cel de energie die nodig is om te functioneren.