Het huurcontract dat de BBB en het CDA niet willen afschaffen, is een tijdelijk huurcontract. Dit type contract heeft een looptijd van maximaal twee jaar, met een mogelijkheid tot verlenging met nog eens twee jaar. Na afloop van het contract kan de verhuurder de huurder zonder opgaaf van redenen uitzetten.
Tijdelijke huurcontracten zijn beperkt van duur omdat ze bedoeld zijn voor huurders die tijdelijk in een woning willen wonen, bijvoorbeeld studenten of mensen die tijdelijk in het buitenland werken. Ze bieden verhuurders flexibiliteit om hun woningen aan te passen aan de behoeften van de markt.
De BBB en het CDA zijn tegenstanders van een verbod op tijdelijke huurcontracten. Zij vinden dat verhuurders zelf moeten kunnen bepalen of ze een woning willen verhuren met een tijdelijk of vast contract. Ze zijn ook bezorgd dat een verbod op tijdelijke huurcontracten zal leiden tot een afname van het aanbod van huurwoningen.
De initiatiefwet van Tweede Kamerleden Nijboer (PvdA) en Grinwis (ChristenUnie) die een einde moet maken aan tijdelijke huurcontracten, is nog niet definitief aangenomen. De wet moet nog worden gestemd in de Eerste Kamer. Of de BBB en het CDA de wet zullen steunen, is nog niet bekend.
Als de BBB en het CDA de wet niet steunen, is het mogelijk dat tijdelijke huurcontracten in Nederland blijven bestaan. Dit zou een beperking van de huurzekerheid voor huurders in de vrije sector betekenen.