Een bekerplant is een vleesetende plant waarvan het blad of een deel daarvan een vangbeker vormt. Met deze beker worden prooidieren gelokt en verteerd met behulp van enzymen in de bekervloeistof.
Bekerplanten komen voor in tropische en subtropische gebieden over de hele wereld. De meeste bekerplanten behoren tot het geslacht Nepenthes, de enige vertegenwoordiger van de familie Nepenthaceae (Caryophyllales).
Soorten
Er zijn meer dan 150 soorten bekerplanten bekend. De bekendste soorten zijn:
- Nepenthes rafflesiana: De grootste bekerplant ter wereld. De bekers van deze plant kunnen een diameter van meer dan een meter bereiken.
- Nepenthes bicalcarata: Deze plant heeft twee lange, puntige hoorns aan de rand van de beker.
- Nepenthes x ventrata: Een kruising tussen Nepenthes ventricosa en Nepenthes alata. Deze plant is populair als kamerplant.
Verzorging
Bekerplanten zijn relatief makkelijk te verzorgen. Ze hebben wel een hoge luchtvochtigheid nodig. De ideale luchtvochtigheid is 70-80%. Bekeropstanden kunnen worden voorzien van een vernevelaar of een luchtbevochtiger.
Bekerplanten hebben ook veel licht nodig. Ze kunnen het beste op een lichte plek staan, maar niet in direct zonlicht.
Bekerplanten hoeven niet vaak water te krijgen. De bekervloeistof vult zichzelf aan met regenwater of condens.
Voedsel
Bekerplanten kunnen prooien vangen zoals vliegen, muggen, sprinkhanen en zelfs kleine knaagdieren. De prooidieren worden gelokt door de zoete geur van de bekervloeistof. Als een prooi in de beker valt, glijdt deze naar beneden en wordt vastgehouden door de haren aan de binnenkant van de beker. De prooi wordt vervolgens verteerd door de enzymen in de bekervloeistof.
Bekerplanten kunnen ook zonder prooien overleven. Ze kunnen voedingsstoffen uit de bodem halen, of uit de lucht.