Afrikaanse familie van de zeehond
De Afrikaanse familie van de zeehond bestaat uit drie soorten:
- Zeeluipaard (Hydrurga leptonyx)
- Weddellzeehond (Leptonychotes weddellii)
- Krabbeneter (Lobodon carcinophagus)
Alle drie soorten zijn te vinden in de zuidelijke IJszee, met het zeeluipaard dat ook in de subantarctische wateren voorkomt. Ze zijn allemaal middelgrote tot grote zeehonden, met een lengte van 1,5 tot 3 meter. Ze hebben een torpedovormig lichaam dat is aangepast aan het zwemmen.
Zeeluipaarden zijn de grootste van de drie soorten en zijn ook de enige echte roofdieren onder de zeehonden. Ze zijn berucht om hun agressieve gedrag en zijn bekend om het aanvallen van andere zeezoogdieren, waaronder walvissen en zelfs mensen.
Weddellzeehonden zijn goed aangepast aan het leven in de koude wateren van de zuidelijke IJszee. Ze hebben een dikke vacht die hen helpt warm te blijven en kunnen ademen door gaten in het ijs te openen.
Krabbeneters zijn de meest talrijke zeehondensoort in de zuidelijke IJszee. Ze zijn genoemd naar hun voorkeur voor krab als voedsel. Ze kunnen echter ook andere zeevruchten eten, zoals inktvis en vis.
Alle drie soorten zeehonden spelen een belangrijke rol in het ecosysteem van de zuidelijke IJszee. Ze zijn voedselbron voor andere dieren, zoals orka’s en haaien. Ze helpen ook bij het reguleren van de populaties van andere zeezoogdieren, zoals pinguins en pinguïns.