Academische titels worden toegekend door universiteiten en hogescholen aan studenten die een bepaalde onderwijsfase hebben afgerond. In Nederland worden de volgende academische titels toegekend:
- Bachelor (B): na het behalen van een bacheloropleiding aan een universiteit of hogeschool.
- Master (M): na het behalen van een masteropleiding aan een universiteit.
- Doctorandus (drs.): na het behalen van een masteropleiding aan een universiteit, met uitzondering van masteropleidingen op het gebied van de rechten, de landbouw en natuurlijke omgeving of techniek.
- Meester (mr.): na het behalen van een masteropleiding in de rechten.
- Ingenieur (ir.): na het behalen van een masteropleiding op het gebied van de landbouw en natuurlijke omgeving of techniek.
- Doctor (dr.): na het behalen van een doctoraalonderzoek, ook wel promotie genoemd.
De academische titel wordt in Nederland meestal achter de naam geplaatst, bijvoorbeeld “Jan Smit, drs.” of “Marieke Jansen, mr.”. In het buitenland wordt de academische titel soms voor de naam geplaatst, bijvoorbeeld “Dr. Jan Smit” of “Mr. Marieke Jansen”.
Het gebruik van academische titels is in Nederland niet verplicht. Mensen die geen academische titel hebben, worden in Nederland gewoonlijk “meneer” of “mevrouw” genoemd.