Het woord “oerol” heeft in het Nederlands twee betekenissen.
De eerste betekenis is “overal” of “op alle plaatsen”. Dit is de meest gebruikelijke betekenis. Het woord wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iets overal te vinden is, of dat iets overal gebeurt. Bijvoorbeeld:
- “Er lag oerol rommel op de grond.”
- “Er was oerol politie te zien.”
- “Ik heb oerol hoofdpijn.”
De tweede betekenis van “oerol” is “allemaal door elkaar” of “chaotisch”. Dit wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iets in een rommelige of onordelijke staat verkeert. Bijvoorbeeld:
- “De kamer lag oerol.”
- “De kast was oerol vol met rommel.”
- “De vergadering verliep oerol.”
In de spreektaal wordt “oerol” ook wel gebruikt als versterkend woord, vergelijkbaar met “heel erg” of “buitengewoon”. Bijvoorbeeld:
- “Het was oerol druk op het strand.”
- “Het was oerol gezellig.”
- “Het was oerol warm.”
Het woord “oerol” is een samenstelling van de woorden “overal” en “ol”, wat een oud Nederlands woord is dat “over” of “om” betekent. Het woord is waarschijnlijk ontstaan in de middeleeuwen.
In het Fries heeft het woord “oeral” dezelfde betekenis als in het Nederlands. In het Duits is het woord “überall”, in het Engels “everywhere” en in het Frans “partout”.