Er zijn twee 5-letterwoorden in het Nederlands die “ondoorzichtig” betekenen:
- mat
- matte
Beide woorden zijn afgeleid van het werkwoord “matteren”, wat “ondoorzichtig maken” betekent. Het woord “mat” wordt het meest gebruikt, en kan zowel als zelfstandig naamwoord als als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt. “Matte” is een minder gebruikelijke vorm, en wordt meestal als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe deze woorden kunnen worden gebruikt:
- Een mat glas
- Een matte ruit
- De kleur mat zwart
- Een matzwarte auto
Welke vorm je gebruikt, hangt af van de context. Als je het woord als zelfstandig naamwoord gebruikt, is “mat” de meest gebruikelijke vorm. Als je het woord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, kun je beide vormen gebruiken.