Hier zijn enkele 12-letterige woorden die “kandidaat” kunnen betekenen:
- Kandidaatschap – Het proces van het opstellen van een kandidaat voor een ambt of functie.
- Kandidaatstelling – Het aanbieden van iemand als kandidaat voor een ambt of functie.
- Kandidaatlijst – Een lijst met de namen van de kandidaten voor een verkiezing.
- Kandidaatexamen – Een examen dat wordt afgenomen om te bepalen of iemand geschikt is voor een bepaalde functie.
- Kandidaatstellingsprocedure – De procedure die wordt gevolgd om iemand als kandidaat voor een ambt of functie te stellen.
Deze woorden zijn allemaal gebaseerd op het woord “kandidaat”, maar ze hebben allemaal een iets andere betekenis.
Hier is een voorbeeld van hoe deze woorden kunnen worden gebruikt:
- Kandidaatschap – “De partij heeft aangekondigd dat ze een kandidaatschap voor de burgemeestersverkiezingen zal indienen.”
- Kandidaatstelling – “De kandidaat werd door de partij tijdens een congres officieel tot kandidaat gesteld.”
- Kandidaatlijst – “De kandidaatlijst voor de gemeenteraadsverkiezingen is bekendgemaakt.”
- Kandidaatexamen – “De kandidaten voor de politieacademie moesten een kandidaatexamen afleggen.”
- Kandidaatstellingsprocedure – “De kandidaatstellingsprocedure voor de functie van directeur is gestart.”
Daarnaast zijn er ook enkele 12-letterige woorden die “kandidaat” kunnen betekenen in een meer figuurlijke zin. Deze woorden kunnen worden gebruikt om iemand te beschrijven die geschikt is voor een bepaalde taak of rol.
Hier zijn enkele voorbeelden:
- Potentiële kandidaat – Iemand die in aanmerking komt voor een bepaalde taak of rol.
- Prospectieve kandidaat – Iemand die mogelijk geïnteresseerd is in een bepaalde taak of rol.
- Opkomende kandidaat – Iemand die in de toekomst mogelijk een kans heeft op een bepaalde taak of rol.
- Veelbelovende kandidaat – Iemand die potentie heeft om succesvol te zijn in een bepaalde taak of rol.
- Gekwalificeerde kandidaat – Iemand die over de nodige vaardigheden en ervaring beschikt voor een bepaalde taak of rol.
Deze woorden kunnen worden gebruikt in een verscheidenheid aan contexten. Hier is een voorbeeld:
- Potentiële kandidaat – “De nieuwe manager is een potentiële kandidaat voor een promotie.”
- Prospectieve kandidaat – “De jonge wetenschapper is een prospectieve kandidaat voor een Nobelprijs.”
- Opkomende kandidaat – “De nieuwe politicus is een opkomende kandidaat voor het presidentschap.”
- Veelbelovende kandidaat – “De jonge voetballer is een veelbelovende kandidaat voor het Nederlands elftal.”
- Gekwalificeerde kandidaat – “De ervaren jurist is een gekwalificeerde kandidaat voor de functie van rechter.”