Toon Tellegens nieuwste bundel verhalen, “Waar gaan we eigenlijk heen”, is een verzameling van nieuwe en bestaande verhalen over filosofisch onderwerpen. De verhalen worden verteld door dieren, zoals een eekhoorn, een mier, een konijn, een vis en een hond. Ze praten over de zin van het leven, de dood, de liefde en de vriendschap.
In het verhaal “De muur” lopen een eekhoorn en een mier door het bos. Ze komen bij een muur die zo hoog is dat ze er niet overheen kunnen. De eekhoorn vraagt de mier wat er aan de andere kant van de muur is. De mier zegt dat hij het niet weet, maar dat het er vast iets moois is. De eekhoorn is het daar niet mee eens. Hij denkt dat er niets is aan de andere kant. De twee dieren gaan uit elkaar, de eekhoorn om de muur te beklimmen en de mier om eronderdoor te kruipen.
Het verhaal eindigt met de eekhoorn die bovenop de muur staat en naar de andere kant kijkt. Hij ziet niets. De mier komt onder de muur vandaan en vraagt de eekhoorn wat hij heeft gezien. De eekhoorn zegt dat hij niets heeft gezien. De mier zegt: “Ik ook niet.”
Dit verhaal is een metafoor voor de zoektocht naar de zin van het leven. Net als de eekhoorn en de mier willen we weten wat er aan de andere kant van de muur is, maar we kunnen het nooit helemaal weten. De muur staat symbool voor de onzekerheid van het leven. We kunnen nooit weten wat er in de toekomst zal gebeuren.
In het verhaal “De dood” spreekt een konijn met een oude vis. De vis vertelt het konijn dat hij doodgaat. Het konijn is verdrietig, maar hij begrijpt dat het leven eindig is. De vis zegt dat hij niet bang is voor de dood. Hij zegt dat hij het leven heeft geleefd en dat hij nu klaar is om te gaan.
Dit verhaal is een troostrijk verhaal over de dood. Het laat zien dat de dood niet iets is om bang voor te zijn. Het is gewoon een onderdeel van het leven.
“Waar gaan we eigenlijk heen” is een prachtige en ontroerende bundel verhalen. De verhalen zijn goed geschreven en ze laten je nadenken over de grote vragen van het leven.