De oorsprong van Tweede Kerstdag ligt in de Middeleeuwen. In die tijd werd de geboorte van Jezus Christus gevierd met een 12-daags feest, dat begon op 25 december en eindigde op 6 januari. De eerste dag van dat feest werd Eerste Kerstdag, de dag waarop nog steeds de geboorte van Jezus wordt gevierd. De tweede dag, nu Tweede Kerstdag, werd het feest van de Heilige Stefanus.
In de loop van de tijd werd het aantal kerstdagen steeds minder. In 813 werd besloten om er vier feestdagen van te maken: Eerste Kerstdag, Tweede Kerstdag, Driekoningen en Epifanie. Maar de meeste landen in Europa wilden er niet meer dan twee. In 1815 werden Eerste en Tweede Kerstdag officiële feestdagen in Nederland.
Tegenwoordig is Tweede Kerstdag in veel landen een dag om samen te zijn met familie en vrienden. In Nederland wordt deze dag vaak gevierd met een tweede kerstdiner, een bezoek aan familie of vrienden, of een dagje uit.
Er zijn ook enkele landen waar Tweede Kerstdag een andere betekenis heeft. In het Verenigd Koninkrijk wordt Tweede Kerstdag ook wel Boxing Day genoemd. Deze naam komt van de traditie dat werkgevers op deze dag een geschenk (box) gaven aan hun personeel. In Ierland wordt Tweede Kerstdag gevierd als het feest van Sint-Stefanus.
Kortom, Tweede Kerstdag is een overblijfsel uit de Middeleeuwen dat in veel landen nog steeds wordt gevierd. De exacte betekenis van deze dag verschilt per land, maar het is in ieder geval een dag om samen te zijn met familie en vrienden.