Het Geschrift Waaruit een Verslaggever Zijn Gegevens Put
Het geschrift waaruit een verslaggever zijn gegevens put, staat bekend als een ‘rapport’ of ‘persbericht’. Het bevat de belangrijkste informatie en conclusies over een specifiek onderwerp, gebeurtenissen of bevindingen. Het doel is om de kernpunten beknopt en duidelijk te presenteren.
Het rapport wordt vaak opgemaakt door een individuele auteur, waarbij de referentie naar het rapport de auteursnaam en initialen, de titel van het rapport (cursief), en het rapportnummer bevat. Voor het schrijven van een persbericht selecteert de verslaggever de meest opmerkelijke en interessante punten uit het rapport en licht deze eventueel toe.
Het formaat van het persbericht of rapport wordt steeds compacter en ‘snackbaarder’ om de lezer snel en efficiënt te informeren. Dit wordt ook wel midforms genoemd. De verslaggever houdt zich aan het vermelden van de “vijf W’s” in de inleiding of ‘lead’: wie, wat, waar, wanneer, en waarom. Ook ‘hoe’ kan soms nodig zijn.
De kernboodschap, het essentieelste punt van het te melden nieuws, wordt grondig overwogen. Na het lezen van de inleiding of ‘lead’, moet de lezer een duidelijk beeld hebben van de belangrijkste informatie van het rapport of persbericht.