Volgens de Griekse mythologie stal Prometheus het vuur van de goden en schonk het aan de mensen. Dit is een van de meest bekende verhalen uit de Griekse mythologie en wordt vaak gezien als een symbool van de menselijke wil om onafhankelijk te zijn en zichzelf te verbeteren.
Het verhaal gaat dat Zeus, de oppergod van de Olympische goden, de mensen had veroordeeld om in eeuwige duisternis te leven. Prometheus, een Titaan die de mensen aanvoelde, was vastbesloten om hen te helpen. Hij klom in de berg Olympus en stal een fakkel met vuur van het altaar van Hephaestus, de god van het vuur. Met het vuur keerde Prometheus terug naar de mensen en leerde hen hoe ze het moesten gebruiken.
Zeus was woedend toen hij ontdekte wat Prometheus had gedaan. Hij strafte Prometheus door hem aan een rots te ketenen in de Kaukasus. Elke dag kwam een adelaar langs om Prometheus’ lever te eten. ’s Nachts groeide zijn lever weer aan, zodat de adelaar hem de volgende dag opnieuw kon opeten. Deze straf duurde 30.000 jaar, totdat Herakles, de zoon van Zeus, de adelaar doodde en Prometheus bevrijdde.
Het geschenk van het vuur was een enorme vooruitgang voor de mensheid. Het gaf de mensen de mogelijkheid om voedsel te bereiden, warmte te krijgen en gereedschappen te maken. Het vuur maakte het ook mogelijk voor de mensen om kunst en wetenschap te ontwikkelen. Prometheus’ daad wordt vaak gezien als een symbool van de menselijke creativiteit en vindingrijkheid.