Deze vrouwen werken in de tuin.
1. De vrouwen zijn hard aan het werk.
2. Ze zwoegen in de zon.
3. Ze zweten en hijgen.
4. Ze hebben hun handen vol.
5. Ze planten bloemen.
6. Ze maaien het gras.
7. Ze harken de bladeren.
8. Ze genieten van het buiten zijn.
(Een alternatief:)
Deze vrouwen werken in de tuin.
1. Ze zijn gekleed in werkkleding.
2. Ze hebben handschoenen aan.
3. Ze hebben schop, hark en gieter bij zich.
4. Ze werken samen.
5. Ze praten en lachen.
6. Ze zijn tevreden met hun werk.
7. Ze zijn trots op hun tuin.
(Nog een alternatief:)
Deze vrouwen werken in de tuin.
1. Ze zijn van verschillende leeftijden.
2. Ze zijn van verschillende nationaliteiten.
3. Ze zijn van verschillende achtergronden.
4. Ze zijn verbonden door hun liefde voor de natuur.
5. Ze werken samen om een mooie tuin te creëren.
6. Ze delen hun kennis en ervaring met elkaar.
7. Ze genieten van het samenzijn.
Welke versie vind je het mooist?