De jonggestorven dichter van de Tachtigers is Jacques Perk. Hij werd geboren op 10 juni 1859 in Dordrecht en overleed op 1 november 1881 in Amsterdam, op 22-jarige leeftijd, aan tuberculose.
Perk was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Tachtigers, een beweging van vernieuwers in de Nederlandse literatuur en kunst. De Tachtigers wilden een breuk met de traditionele, behoudende literatuur en kunst. Ze streefden naar een nieuwe, persoonlijke en expressieve kunstvorm.
Perks poëzie is gekenmerkt door een sterke gevoelswaarde en een beeldende taal. Hij was een groot bewonderaar van de natuur en zijn gedichten zijn vaak doordrongen van een melancholische stemming.
Perks vroege dood was een grote schok voor zijn tijdgenoten. Hij werd al snel tot een van de belangrijkste Nederlandse dichters van de 19e eeuw gerekend. Zijn werk heeft nog steeds grote invloed op de Nederlandse literatuur.
Een van Perks bekendste gedichten is “Nachtlied”. Dit gedicht is een melancholisch requiem voor een geliefde die is overleden. Het gedicht begint met de volgende regels:
O nacht, die mij omhult, Als een zachte sluier, O nacht, die mij beschermt Voor het licht der dageraad,
Perk schreef ook een aantal andere bekende gedichten, zoals “De Lente”, “De Herfst” en “Het Lied van de Dood”.
In 1882 werd een bundel met Perks poëzie uitgegeven, getiteld “Gedichten”. In 1894 werd een bundel met Perks nagelaten gedichten uitgegeven, getiteld “Nagelaten verzen”.