Een tsunami ontstaat als er in zeer korte tijd een grote hoeveelheid water verticaal verplaatst. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er een aardbeving in de korst onder de oceaan plaatsvindt, én als die aardbeving een verticale bodembeweging veroorzaakt.
De meest voorkomende oorzaak van een tsunami is een aardbeving. Bij een aardbeving onder water kan de zeebodem omhoog of omlaag bewegen. Dit veroorzaakt een golfbeweging in het water, die zich vervolgens met grote snelheid over de oceaan verspreidt.
Een andere oorzaak van een tsunami is een onderzeese aardverschuiving. Een aardverschuiving kan een groot volume water verplaatsen, wat een tsunami kan veroorzaken.
Ook een vulkaanuitbarsting kan een tsunami veroorzaken. Als een vulkaan onder water uitbarst, kan deze een grote hoeveelheid water omhoog spuwen. Dit water kan vervolgens in de vorm van een tsunami over de oceaan verspreiden.
De hoogte van een tsunami hangt af van een aantal factoren, waaronder de kracht van de aardbeving of aardverschuiving, de diepte van de zee op de plaats van ontstaan, en de afstand tot de kust.
Tsunami’s kunnen zeer verwoestend zijn. Ze kunnen kustgebieden overstromen en grote schade aanrichten.
Kans op een tsunami
De kans op een tsunami is groter in gebieden die liggen in de buurt van actieve geologische platen. Deze gebieden zijn vaker getroffen door aardbevingen en aardverschuivingen, die tsunami’s kunnen veroorzaken.
In Nederland is de kans op een tsunami zeer klein. De Noordzee is te ondiep om een hoge tsunami te laten ontstaan.
Voorzorgsmaatregelen
Er zijn een aantal voorzorgsmaatregelen die kunnen worden genomen om de schade door een tsunami te beperken. Zo kunnen kustgebieden worden versterkt om de impact van de golven te verminderen. Ook kunnen mensen worden getraind om in geval van een tsunami te vluchten.
Als u in een gebied woont dat gevoelig is voor tsunami’s, is het belangrijk om te weten wat u moet doen in geval van een tsunami-waarschuwing.