De vis die de honger na het ontzet van Leiden stilde was de haring. De geuzen, die de stad bevrijdden, brachten onder andere haring en wittebrood mee voor de uitgehongerde bevolking. Haring was een goedkope en voedzame vis die gemakkelijk te bewaren was. Het was een belangrijke bron van eiwitten en vetten voor de mensen van Leiden, die tijdens het beleg bijna aan de honger waren gestorven.
In de traditie van het Leidens Ontzet wordt er nog steeds hutspot, haring en wittebrood gegeten ter ere van de bevrijding. Hutspot is een traditioneel Hollands gerecht dat bestaat uit aardappelen, wortelen en uien. De haring en het wittebrood zijn een herinnering aan de voedselvoorziening die de geuzen brachten.
Er is ook een legende dat de bevolking van Leiden op het punt stond zich over te geven aan de Spanjaarden toen Pieter Adriaensz. van der Werf zijn arm aanbood als voedsel. Deze legende is echter niet bevestigd door historische bronnen.
In het schilderij “De hongerende bevolking na de opheffing van het beleg van Leiden” van Otto van Veen uit 1629 zijn mensen te zien die haring eten. Dit is een aanwijzing dat haring inderdaad een belangrijke rol speelde in het stillen van de honger na het ontzet van Leiden.