In 1811 werd Nederland onderdeel van het Franse keizerrijk. De Franse regering voerde een aantal nieuwe wetten in, waaronder een registratieplicht voor alle inwoners van Nederland. Deze registratieplicht gold voor iedereen, ongeacht leeftijd, geslacht of sociale status.
De registratieplicht was bedoeld om de Franse regering meer controle te geven over de Nederlandse bevolking. De overheid wilde weten wie er in Nederland woonde, wat hun beroep was en hoeveel geld ze hadden. Deze informatie was nodig om belastingen te innen, de dienstplicht te organiseren en om opstand te kunnen onderdrukken.
De registratieplicht gold voor de volgende 10 letters:
- Naam
- Geslacht
- Leeftijd
- Beroep
- Woonplaats
- Burgerlijke staat
- Godsdienst
- Taal
- Onderwijsniveau
- Belastbaar inkomen
De registratie moest plaatsvinden bij de gemeentelijke overheid. De gemeentelijke ambtenaren waren verantwoordelijk voor het verzamelen en registreren van de gegevens.
De registratieplicht was een ingrijpende maatregel die veel weerstand opriep bij de Nederlandse bevolking. Veel mensen weigerden zich te registreren, waardoor de overheid de informatie die ze nodig had niet kon verzamelen.
De registratieplicht werd in 1813 afgeschaft, toen de Fransen uit Nederland werden verdreven.
Hieronder volgt een meer gedetailleerde uitleg van de inhoud van de 10 letters:
Naam
De naam moest in voluit worden opgegeven, inclusief voornamen, achternaam en eventuele toevoegingen.
Geslacht
Het geslacht moest worden aangegeven met “mannelijk” of “vrouwelijk”.
Leeftijd
De leeftijd moest worden opgegeven in jaren, maanden en dagen.
Beroep
Het beroep moest worden aangegeven met een korte omschrijving.
Woonplaats
De woonplaats moest worden aangegeven met de naam van de gemeente, de straat en het huisnummer.
Burgerlijke staat
De burgerlijke staat moest worden aangegeven met “gehuwd”, “ongehuwd”, “weduwe” of “weduwnaar”.
Godsdienst
De godsdienst moest worden aangegeven met de naam van de religie.
Taal
De taal die men sprak moest worden aangegeven.
Onderwijsniveau
Het onderwijsniveau moest worden aangegeven met een korte omschrijving.
Belastbaar inkomen
Het belastbaar inkomen moest worden aangegeven in guldens.