Scène: Je bent thuis, in de keuken. Je bent aan het koken, maar je hebt zin in iets lekkers. Je denkt aan de lekkere taarten van je enge tante. Je besluit haar te bellen.
Je: Hallo tante, het is [jouw naam].
Tante: Hallo [jouw naam], hoe kan ik je helpen?
Je: Ik heb zin in iets lekkers, en ik dacht aan jouw taarten. Heb je misschien nog een paar over?
Tante: Ja, ik heb nog een paar taarten in de vriezer. Wil je er eentje komen halen?
Je: Ja, graag. Ik kom zo.
Je legt de telefoon neer en lacht. Je bent blij dat je tante nog taarten heeft. Je pakt je jas en gaat naar haar toe.
Scène: Je komt aan bij je tantes huis. Ze opent de deur en glimlacht.
Tante: Hallo [jouw naam]. Kom binnen.
Je stapt binnen en je tante geeft je een taart.
Tante: Hier, geniet ervan.
Je: Dank je, tante. Ik heb er zin in.
Je neemt de taart mee naar huis en zet hem in de oven. Terwijl de taart afkoelt, maak je een kopje koffie.
Scène: De taart is klaar. Je snijdt een stukje af en neemt een hap. De taart is heerlijk! Hij is zacht en smeuïg, en de smaak is perfect.
Je geniet van de taart en je denkt aan je tante. Je bent blij dat je haar hebt gebeld.
Einde scène
Interpretatie:
Het beroep op de enge tante is een metafoor voor het overwinnen van je angsten. De enge tante staat voor de dingen die je eng vindt, zoals een uitdaging of een nieuwe ervaring. Door de taart te vragen, overwin je je angst en krijg je wat je wilt.
In dit geval is het lekkers een symbolische beloning voor het overwinnen van de angst. Het is een manier om jezelf te belonen voor het feit dat je iets hebt gedaan dat je eng vond.
Het verhaal kan ook worden geïnterpreteerd als een oproep om hulp. De enge tante staat voor iemand die je kan helpen om je angsten te overwinnen. Door haar te bellen, vraag je haar om hulp.
In dit geval is de hulp van de tante nodig om aan het lekkers te komen. De tante staat voor iemand die je kan voorzien van wat je nodig hebt om je doelen te bereiken.