De maat voor gezichtsscherpte is de visus. De visus is een maat voor de kleinste details die iemand nog kan onderscheiden. Een oog wordt normaal genoemd als de visus 1,0 of hoger is. In dat geval hebben de kleinst waarneembare details een grootte van 1 boogminuut = 1/60 booggraad. Bij visus 0,0 is sprake van absolute blindheid.
De visus wordt gemeten met een Snellenkaart. Een Snellenkaart is een kaart met opeenvolgende letters of cijfers in verschillende groottes. De patiënt wordt gevraagd om de letters of cijfers te lezen op een bepaalde afstand. De afstand waarop de patiënt de kleinste letters of cijfers nog correct kan lezen, is de visus.
De visus kan ook worden uitgedrukt in procenten. Een visus van 1,0 komt overeen met een gezichtsscherpte van 100%. Een visus van 0,5 komt overeen met een gezichtsscherpte van 50%.
De visus kan worden gemeten voor dichtbij en voor veraf. De visus voor dichtbij is belangrijk voor taken zoals lezen en schrijven. De visus voor veraf is belangrijk voor taken zoals autorijden en televisie kijken.
De visus kan worden beïnvloed door verschillende factoren, zoals:
- Myopie (bijziendheid): het oog is te lang, waardoor de lichtstralen zich vóór het netvlies convergeren.
- Hypermetropie (verziendheid): het oog is te kort, waardoor de lichtstralen zich achter het netvlies convergeren.
- Astigmatisme: het oog is niet rond, waardoor de lichtstralen niet op één punt op het netvlies convergeren.
- Presbyopie: het oog is minder elastisch, waardoor het niet meer goed kan focussen op dichtbij.
- Ziekten van het netvlies, zoals maculadegeneratie of glaucoom.
Een slechte visus kan het dagelijks leven belemmeren. Daarom is het belangrijk om regelmatig een oogcontrole te laten doen.