Dorst (8) is een gedicht van de Nederlandse dichter Willem Kloos. Het gedicht werd voor het eerst gepubliceerd in het tijdschrift De Nieuwe Gids in 1885. Het is een van de bekendste gedichten van Kloos en wordt beschouwd als een van de belangrijkste gedichten van de Nederlandse literatuur.
Het gedicht is geschreven in vrije verzen en bestaat uit acht strofen van ongelijke lengte. Het gedicht handelt over de dorst van de menselijke ziel. De dichter beschrijft hoe de ziel dorst naar schoonheid, liefde en geluk. De dorst is onstilbaar en kan alleen worden vervuld door een hogere macht, die de dichter “God” noemt.
Het gedicht is een krachtig en emotioneel gedicht dat de diepe verlangens van de menselijke ziel verwoordt. Het is een gedicht dat nog steeds resoneert met mensen van alle generaties.
Tekst van het gedicht
Dorst (8)
Ik heb een diepe dorst in mijn ziel, Een dorst die niet wordt gelest Met goud of zilver, wijn of melk, Met vruchten of met honing zoet.
Ik heb een diepe dorst in mijn ziel, Een dorst die niet wordt geblust Met liefde of met vriendschap, Met geluk of met schoonheid.
Ik heb een diepe dorst in mijn ziel, Een dorst die niet wordt gestild Met God of met de wereld, Met hemel of met hel.
Ik heb een diepe dorst in mijn ziel, Een dorst die alleen kan worden vervuld Door U, o God, U, die alles bent en alles hebt.
Interpretatie
Het gedicht kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Een mogelijke interpretatie is dat het gedicht gaat over de religieuze ervaring. De dichter beschrijft hoe de ziel dorst naar God, de enige die de dorst kan vervullen.
Een andere mogelijke interpretatie is dat het gedicht gaat over de schoonheid van de wereld. De dichter beschrijft hoe de ziel dorst naar schoonheid, liefde en geluk. Deze dingen zijn allemaal te vinden in de wereld, maar ze zijn niet genoeg om de dorst te vervullen.
Nog een mogelijke interpretatie is dat het gedicht gaat over de aard van het menselijk bestaan. De dichter beschrijft hoe de menselijke ziel altijd dorst zal hebben, omdat ze nooit volledig vervuld kan worden. Dit is omdat de menselijke ziel altijd op zoek is naar iets hogers, iets dat ze niet kan bereiken.
Belangrijkste thema’s
De belangrijkste thema’s in het gedicht zijn:
- De dorst van de menselijke ziel
- De zoektocht naar God
- De schoonheid van de wereld
- De aard van het menselijk bestaan
Belangrijke beeldspraak
De belangrijkste beeldspraak in het gedicht is de vergelijking van de dorst van de ziel met een fysieke dorst. Dit maakt de dorst begrijpelijk en relatable voor de lezer.
Ook de vergelijking van de ziel met een diepe put is belangrijk. Dit geeft aan dat de dorst onstilbaar is.
Belangrijke symbolen
De belangrijkste symbolen in het gedicht zijn:
- De dorst: symbool voor de onvervulbare verlangens van de menselijke ziel
- God: symbool voor het hogere, dat de dorst kan vervullen
- De wereld: symbool voor de schoonheid en het geluk dat de dorst niet kunnen vervullen
Conclusie
Dorst (8) is een krachtig en emotioneel gedicht dat de diepe verlangens van de menselijke ziel verwoordt. Het is een gedicht dat nog steeds resoneert met mensen van alle generaties.