In het Nederlands wordt een achterste uitsteeksel ook wel een ‘afhangsel’ genoemd. Het is een uitstekend deel van een lichaamsdeel of voorwerp dat zich aan de achterkant bevindt. Achterste uitsteeksels kunnen allerlei vormen en groottes hebben.
Enkele voorbeelden van achterste uitsteeksels zijn:
- De staart van een dier.
- De achterkant van een meubelstuk.
- De achterkant van een blad.
- De achterkant van een munt.
- De achterkant van een kaart.
In de anatomie zijn er ook veel voorbeelden van achterste uitsteeksels. Enkele voorbeelden zijn:
- Het achterste uitsteeksel van de onderkaak, dat deel uitmaakt van het kaakgewricht.
- Het achterste uitsteeksel van het heiligbeen, dat deel uitmaakt van het sacrum.
- Het achterste uitsteeksel van het schouderblad, dat deel uitmaakt van het schoudergewricht.
- Het achterste uitsteeksel van de wervelkolom, dat deel uitmaakt van de wervelkolom.