De kabelbaan stijgt langzaam omhoog, weg van de haven van Marina Grande. Beneden zie ik de bootjes dobberen op het water, omringd door de hoge rotswanden van het eiland Capri. De zon schijnt fel aan de hemel, en de lucht is helderblauw.
Ik zit naast een Italiaanse familie, een moeder, een vader en twee kinderen. De kinderen zijn druk aan het kletsen en lachen, en de ouders kijken met een tevreden glimlach toe.
Ik kijk uit het raam en geniet van het uitzicht. De kabelbaan voert ons langs de kust, en ik zie de prachtige baaien en kliffen van Capri. De zee is helderblauw en kristalhelder, en ik kan de vissen zien zwemmen.
Na een paar minuten bereiken we de top van de berg. Ik stap uit de kabelbaan en neem een diepe adem. De lucht is hier fris en koel, en het uitzicht is adembenemend.
Ik kijk uit over de baai van Napels. In de verte zie ik de stad Napels, met zijn eeuwenoude gebouwen en kerken. Ik zie ook de Amalfikust, met zijn steile kliffen en schilderachtige dorpjes.
Ik draai me om en kijk naar Capri. Het eiland is klein, maar het is prachtig. De witte huizen zijn tegen de rotsen gebouwd, en de straten zijn geplaveid met kiezelstenen.
Ik voel me gelukkig en dankbaar. Ik ben blij dat ik hier ben, op dit prachtige Italiaanse eiland.
Ik besluit een wandeling te maken door het dorpje Capri. Ik loop door de smalle straatjes, en ik geniet van de sfeer. De mensen zijn vriendelijk en behulpzaam, en de winkels zijn vol met leuke souvenirs.
Ik kom aan bij het Piazza Umberto I, het centrale plein van Capri. Het plein is omringd door cafés en restaurants, en er is een fontein in het midden. Ik ga op een terrasje zitten en bestel een cappuccino.
Ik kijk om me heen en geniet van het uitzicht. De zon schijnt nog steeds fel, en de lucht is helderblauw. Ik voel me gelukkig en ontspannen.
Ik weet dat ik deze dag nooit zal vergeten. Het is een dag die ik voor altijd in mijn hart zal bewaren.