De score bij een oogtest wordt uitgedrukt in een combinatie van twee cijfers. Het eerste cijfer geeft de afstand aan waarop de test wordt afgenomen, meestal 20 voet of 6 meter. Het tweede cijfer geeft de grootte van de letters of symbolen aan die de persoon kan zien.
Een score van 20/20 is normaal. Dit betekent dat de persoon de letters of symbolen kan zien die een persoon met normaal zicht zou kunnen zien op een afstand van 20 voet.
Een score van 20/40 betekent dat de persoon de letters of symbolen kan zien die een persoon met normaal zicht zou kunnen zien op een afstand van 40 voet. Dit is een indicatie van een lichte vorm van bijziendheid of verziendheid.
Een score van 20/200 betekent dat de persoon de letters of symbolen kan zien die een persoon met normaal zicht zou kunnen zien op een afstand van 200 voet. Dit is een indicatie van een ernstige vorm van bijziendheid of verziendheid.
Een score van 20/800 of slechter betekent dat de persoon blind is.
In Nederland wordt de score bij een oogtest ook wel uitgedrukt in dioptrieën. Een visus van 1.0 dioptrie is een score van 100%, alles gelijk en boven 1.0 dpt. is normaal.
De score bij een oogtest kan worden beïnvloed door een aantal factoren, waaronder:
- De leeftijd van de persoon. Kinderen hebben over het algemeen een betere visus dan volwassenen.
- De genetica. Sommige mensen zijn genetisch meer vatbaar voor oogproblemen.
- Gezondheidsproblemen. Sommige gezondheidsproblemen, zoals diabetes en glaucoom, kunnen het gezichtsvermogen beïnvloeden.
- Het milieu. Factoren zoals roken en blootstelling aan ultraviolet licht kunnen het gezichtsvermogen ook beïnvloeden.
Als u een oogtest ondergaat, is het belangrijk om de instructies van de oogarts of optometrist zorgvuldig op te volgen. Als u vragen of zorgen heeft, kunt u deze altijd stellen aan de arts of optometrist.