In Nederland is het copyright vastgelegd in de Auteurswet. Deze wet bepaalt dat het auteursrecht automatisch ontstaat op het moment dat een werk wordt gemaakt. Dit betekent dat het niet nodig is om het auteursrecht aan te vragen of te registreren. De maker van het werk is de eigenaar van het auteursrecht.
Het auteursrecht geeft de maker van het werk een aantal exclusieve rechten, waaronder:
- Het recht om het werk openbaar te maken
- Het recht om het werk te verveelvoudigen
- Het recht om het werk te bewerken
- Het recht om het werk te exploiteren
De maker van het werk kan deze rechten overdragen aan een andere persoon of organisatie. Dit kan gebeuren door middel van een schriftelijke overeenkomst.
In de Auteurswet is ook bepaald dat er een aantal uitzonderingen op het auteursrecht bestaan. Deze uitzonderingen maken het mogelijk om bepaalde handelingen met auteursrechtelijk beschermde werken te verrichten zonder toestemming van de maker. Voorbeelden van uitzonderingen zijn:
- Het citeren van een werk
- Het gebruik van een werk voor onderwijsdoeleinden
- Het gebruik van een werk voor nieuwsgaring
- Het gebruik van een werk voor parodie of pastiche
Het auteursrecht is een belangrijk recht dat de maker van een werk beschermt tegen inbreuk op zijn of haar creatieve werk. Het auteursrecht zorgt ervoor dat de maker van een werk de vruchten van zijn of haar arbeid kan plukken en dat de creativiteit wordt gestimuleerd.
In het geval van Nederland is het copyright dus vastgelegd in de Auteurswet. Deze wet is van toepassing in heel Nederland.