Een proxyoorlog is een conflict waarbij twee of meer partijen elkaar bestrijden via tussenpersonen, ook wel proxies genoemd. Deze proxies kunnen staten, non-state actors, of zelfs terroristische organisaties zijn. De partijen die de proxies steunen, zijn meestal grootmachten die hun eigen belangen willen behartigen zonder direct betrokken te raken in de oorlog.
Proxyoorlogen kunnen plaatsvinden in verschillende contexten. Ze kunnen ontstaan in het kader van een burgeroorlog, een grensconflict, of een ideologische strijd. Vaak zijn ze een manier voor grootmachten om hun invloed in een bepaalde regio te vergroten of te behouden.
Enkele voorbeelden van proxyoorlogen uit de recente geschiedenis zijn:
- De Vietnamoorlog (1955-1975), waarbij de Verenigde Staten Noord-Vietnam steunden in de strijd tegen Zuid-Vietnam, dat gesteund werd door de Sovjet-Unie en China.
- De Sovjetinvasie van Afghanistan (1979-1989), waarbij de Sovjet-Unie de communistische regering van Afghanistan steunde in de strijd tegen de Mujahideen, die gesteund werden door de Verenigde Staten en andere westerse landen.
- De Syrische Burgeroorlog (2011-heden), waarbij verschillende partijen, waaronder de Verenigde Staten, Rusland, Iran en Turkije, elkaar steunen via proxies.
De oorlog in Oekraïne wordt door sommige analisten ook gezien als een proxyoorlog tussen Rusland en het Westen. Rusland steunt de separatisten in het oosten van Oekraïne, terwijl het Westen Oekraïne steunt met militaire en financiële hulp.
Proxyoorlogen kunnen een aantal nadelige gevolgen hebben. Ze kunnen leiden tot een escalatie van het conflict, tot meer slachtoffers, en tot een onstabiele situatie in de regio. Daarnaast kunnen ze de internationale betrekkingen verstoren.