In de islam worden God 99 namen toegeschreven, die bekend staan als de Asma’ Allah al-Husna, of de Schone Namen van Allah. Deze namen geven een weergave van de goddelijke eigenschappen en kenmerken van Allah.
De eerste twee namen zijn:
- Ar-Rahman (de Meest Barmhartige)
- Ar-Rahim (de Meest Genadevolle)
De overige 97 namen zijn:
- Al-Malik (de Absolute Heerser)
- Al-Quddus (de Heilige)
- As-Salam (de Bron van Vrede)
- Al-Mu’min (de Beschermer van Geloof)
- Al-Muhaymin (de Beschermer en Beheerder)
- Al-‘Aziz (de Machtige)
- Al-Jabbār (de Albeheerser)
- Al-Mutakabbir (de Hoogmoedigste)
- Al-Khaliq (de Schepper)
- Al-Bari’ (de Schepper)
- Al-Musawwir (de Vormer)
- Al-Ghaffar (de Vergevende)
- Al-Qahhar (de Meest Almachtige)
- Al-Wahhab (de Schenker)
- Ar-Razzaq (de Voorziener)
- Al-Fattah (de Opener)
- Al-‘Alim (de Alwetende)
- Al-Kabiir (de Grootste)
- Al-Hafiz (de Beschermer)
- Al-Muqit (de Voorziener)
- Al-Hasib (de Rekeninghouder)
- Al-Jalil (de Majestueuze)
- Al-Karim (de Edele)
- Ar-Raqib (de Toezichthouder)
- Al-Mudjib (de Antwoorder)
- Al-Wadud (de Liefhebbende)
- Al-Majiid (de Glorieuze)
- Al-Ba’ith (de Opwekkend)
- Al-Shaheed (de Getuige)
- Al-Haqq (de Waarheid)
- Al-Wakil (de Voogd)
- Al-Qawiyy (de Sterke)
- Al-Matin (de Standvastige)
- Al-Waliyy (de Beschermende Vriend)
- Al-Hamied (de Prijzenswaardige)
- Al-Muhsi (de Telende)
- Al-Mubdi’ (de Schepper)
- Al-Mu’id (de Herschepper)
- Al-Muhyi (de Levende)
- Al-Mumit (de Dodende)
- Al-Hayy (de Levende)
- Al-Qayyoom (de Zelfstandige)
- Al-Wajid (de Vinder)
- Al-Majid (de Glorieuze)
- Al-Wahid (de Enige)
- Al-Ahad (de Enige)
- As-Samad (de Noodzakelijke)
- Al-Qadir (de Krachtige)
- Al-Muqtadir (de Alvermogende)
- Al-Mudabir (de Beheerder)
- Al-Muqaddim (de Vooruitsturende)
- Al-Mu’akhkhir (de Uitstellende)
- Al-‘Aziz (de Machtige)
- Al-Jabbār (de Albeheerser)
- Al-Mutakabbir (de Hoogmoedigste)
- Al-Khaliq (de Schepper)
- Al-Bari’ (de Schepper)
- Al-Musawwir (de Vormer)
- Al-Ghaffar (de Vergevende)
- Al-Qahhar (de Meest Almachtige)
- Al-Wahhab (de Schenker)
- Ar-Razzaq (de Voorziener)
- Al-Fattah (de Opener)